Rijke mensen hebben geen magisch potje dat zichzelf aanvult. Ze doen gewoon een paar dingen nét even anders dan de rest. Niet per se slimmer, maar wel bewuster. En nee, dat betekent niet dat je meteen een privéjet moet kopen of je cappuccino moet opgeven. Hier lees je wat ze dan wél doen.

Ze geven geld uit alsof ze hun toekomstige zelf kennen

De meeste rijke mensen zijn geen impulsieve big spenders. Ze denken niet: “Oh, een jet ski in februari? Ja hoor, leuk voor straks als het sneeuwt.” Nee, ze denken verder. Wat levert iets op in de toekomst? Dat is hun superkracht. Ze kiezen voor dingen die op lange termijn waarde hebben, zoals opleidingen, netwerken of vastgoed. Niet omdat ze saai zijn, maar omdat ze snappen dat geld een soort teamgenoot is. Als je het slim inzet, scoort het punten voor je.

Daarnaast zie je ze minder vaak met flashy spullen lopen dan je zou denken. Natuurlijk, er zijn altijd uitzonderingen die hun Lamborghini zelfs in een parkeergarage willen laten opvallen. Maar veel rijke mensen kopen kwalitatieve spullen die jaren meegaan. Geen drie keer per jaar een nieuwe jas van fast fashion, maar één tijdloze jas die je zelfs aan je kleinkind kunt doorgeven. Oké, als je kleinkind ook houdt van donkerblauw wol met leren knopen.

Wat ook opvalt: ze laten hun geld vaak met rust. Terwijl jij misschien in een opwelling je hele spaarrekening opmaakt voor een festivalweekend met glittertent, laten zij hun geld gewoon… groeien. Geduld speelt hier een grote rol. Niet sexy, wel slim. En uiteindelijk kunnen ze daardoor tien keer naar dat festival, met VIP-bandje en oordoppen die geluid omzetten in winst.

Ze investeren eerder in ervaringen dan in spullen

Je zou denken dat rijke mensen elke dag wakker worden in een gouden bubbelbad, terwijl een robot hun smoothie blendt van peren geplukt door alpaca’s. Maar verrassend genoeg gooien ze hun geld liever in het rond op manieren die je niet altijd ziet. Ze kiezen namelijk bewust voor ervaringen. Dingen die herinneringen maken. Geen spullen die verstoffen in een kast naast die ongebruikte yogamat.

Een voorbeeld: een rijke vriend van me koos ervoor om een maand te wonen in een bergdorpje in Italië om daar te leren koken van een oude nonna. Geen dure keukenmachine gekocht, maar gewoon z’n geld gestoken in een ervaring die hem voor altijd bijblijft én die hem heerlijke pasta opleverde. Prioriteiten, toch?

Ook opvallend: ze gebruiken geld om tijd te kopen. In plaats van elke zaterdag drie uur boodschappen te doen en in de rij te staan bij de kassa waar altijd nét iemand voor je staat met een vergeten kortingsbon, huren ze iemand in of laten het bezorgen. Waarom? Omdat ze die tijd kunnen besteden aan iets wat ze echt leuk vinden of wat hen energie geeft. Tijd is hun waardevolste bezit.

En tot slot: rijke mensen sponsoren zichzelf. Cursussen, trainingen, coachingsessies. Ze zien geld als brandstof voor hun eigen groei. Niet voor een ego-boost, maar om zichzelf steeds een beetje beter te maken. En dat betaalt zich op de lange termijn dubbel en dwars terug. Soms zelfs letterlijk.

Ze snappen dat geld een systeem is, geen doel op zich

Wat rijke mensen heel goed begrijpen, is dat geld niet zomaar los rondzweeft als confetti na een feestje. Het maakt deel uit van een systeem. Wie dat systeem snapt, speelt het spel gewoon beter. Ze weten bijvoorbeeld hoe belastingvoordelen werken, hoe je met schulden omgaat (ja, zelfs slim schulden maken!) en hoe je geldstromen organiseert als een soort financiële rivierdelta.

En ze weten: geld moet niet gewoon ergens liggen. Geld dat stilstaat, verliest waarde – een soort luie euro die langzaam luiere centen baart. Dus zetten ze hun geld aan het werk. In aandelen, vastgoed, een start-up van een neef die een app ontwikkelt voor mensen die hun sokken altijd kwijtraken. Niet elke investering is een succes, maar ze durven risico’s aan te gaan die berekend zijn, niet op gevoel.

Wat ook belangrijk is: ze creëren geldsystemen met automatisering. Denk aan automatische overschrijvingen naar investeringsrekeningen, spaarpotten, liefdadigheid of zelfs vakantiebudgetten. Zo hoeven ze niet telkens te kiezen tussen pizza of pensioen. Het gebeurt gewoon. En doordat het systeem draait, maken ze minder emotionele fouten met geld.

En misschien wel het meest briljante? Ze weten dat geld nooit het eindstation is. Het is een tool. Een middel om vrijer te leven, om rust te hebben, en om anderen te helpen. Als je dat eenmaal snapt, hoef je niet rijk te zijn om je rijk te voelen. Al helpt een beetje wel, natuurlijk.

Ze praten open over geld (zonder te pochen)

Misschien heb je het ook gemerkt: rijke mensen hebben het vaker over geld, zonder dat het ongemakkelijk wordt. Niet als in “kijk mijn nieuwe horloge dat duurder is dan je auto,” maar meer als in “hé, ik heb een goede boekhouder, wil je zijn nummer?” Ze maken geld bespreekbaar. En dat is goud waard.

Doordat ze geld niet als een geheim beschouwen, leren ze sneller van elkaar. Je hoort bijvoorbeeld in een gesprek hoe iemand z’n investeringen spreidt, of waarom hij is gestopt met een bepaald project. En jij denkt: hé, daar kan ik wat mee. Het is als een vriendengroep die niet alleen tips deelt over Netflix-series, maar ook over ETF’s en pensioenstrategieën. Best wel chill.

Wat ze ook vaak doen: geld bespreken binnen het gezin of met hun partner. Ze hebben gezamenlijke doelen, zoals een vakantiehuis in Spanje of een fonds voor de kinderen. Ze werken samen met hun geld, in plaats van elkaar te verrassen met creditcardafschriften die op soapseries lijken. Communicatie zorgt ervoor dat ze niet alleen rijk blijven, maar er ook samen van genieten.

En jawel, ze durven ook fouten toe te geven. “Ik heb ooit geïnvesteerd in een papegaaienhotel. Slecht idee.” Zoiets. Maar door open te zijn over wat misgaat, leren ze meer dan mensen die alles geheimhouden. Geld groeit nu eenmaal beter in de zon dan in het donker.